Ik moest bepalen: schiet ik of schiet ik niet?
Het centrum is echt anders dan de buitenwijken. Je hebt er de bewoners, maar ook winkels, bedrijven, politiek, hulpverlenende instanties, evenementen, horeca. Veel verschillende situaties. Zo was er een overval in een supermarkt. Ik stond bij de achterdeur, ineens komt er een verdachte naar buiten met zijn vuurwapen. In een split second moest ik bepalen: schiet ik of schiet ik niet? Ik heb een waarschuwingsschot in de lucht afgevuurd. Hij ging liggen, toen konden we hem boeien en afvoeren. Zijn wapen bleek een nepwapen. Dan realiseer je je wat er had kunnen gebeuren.
Ik heb geleerd me kwetsbaar op te stellen
Persoonlijke drama’s maak ik ook veel mee. Mensen die zich van het leven beroven, ongelukken met kinderen. Dat raakt je enorm, dat moet je kunnen delen om het te verwerken. Thuis en op het werk. Dat kan goed, bijvoorbeeld bij het Team Collegiale Ondersteuning (TCO). Het is belangrijk dat je je kwetsbaar durft op te stellen. We zijn professionals, geen robots.
We hebben als wijkagenten een ontmoetingsplek neergezet
Dit klinkt misschien heftig, maar er zijn natuurlijk veel mooie dingen. Mensen die je echt kunt helpen, contact maken met bewoners, dankbaarheid die je voelt. We hebben ons als wijkagenten bijvoorbeeld ingezet om een ontmoetingsplek te creëren. Een plaats waar jonge en oudere Surinaamse en Antilliaanse mensen samen kunnen komen met andere buurtbewoners. Dat is echt werken aan verbinding.
Je bent het gezicht van de wijk
Ik wil met mijn werk bijdragen aan wat iedereen het diepste raakt, en dat is veiligheid. Ik kan heel slecht tegen onrecht. Als wijkagent ben je het gezicht van de wijk en als mensen zich minder veilig voelen dan weten ze je te vinden. Dat geeft me veel voldoening.
Wil jij samen met collega’s zorgen voor een veilige buurt? Om wijkagent te worden word je eerst agent en specialiseer je je daarna verder.