Kom bij de politie Maak er politiewerk van

De 10 eigenschappen van een goede forensisch onderzoeker

Wie heeft wat gedaan? Dat is de vraag die centraal staat in forensisch onderzoek. Om hem te beantwoorden, is het handig als je een aantal eigenschappen in huis hebt. Dus droom jij van een carrière als forensisch onderzoeker bij de politie? Zorg dan dat jij je hierin ontwikkelt!

Als forensisch onderzoeker:

1) Heb je inlevingsvermogen

Op een plaats delict spreek je als forensisch onderzoeker met mensen die net de gruwelijkste dingen hebben meegemaakt. Een vrouw die is verkracht, bijvoorbeeld. Of een man die is overvallen en gekneveld. In de omgang met slachtoffers is het belangrijk dat je je kunt verplaatsen in hun emoties zonder je erdoor te laten meeslepen.

'Stel: je spreekt een vrouw die net heeft gezien hoe haar man een pistool op zijn slaap gedrukt kreeg. Je kunt je voorstellen dat dat verschrikkelijk is. Dan moet je op een professionele en respectvolle manier je forensisch onderzoek uitvoeren, met begrip voor haar situatie.’ 
- Hilco, forensisch coördinator

2) Ben je tactvol

Het is jouw belangrijkste taak om sporen of ander bewijs te verzamelen voor het forensisch onderzoek. Je bent dan vaak bij iemand anders thuis of in de publieke ruimte en daar pas je je op aan. Je doet je sporenonderzoek gedegen. Niet als olifant in een porseleinkast, maar met de nodige tact.

3) Kun je prioriteiten stellen

Vlak na een delict komt er veel op je af als forensisch onderzoeker. Terwijl jij nog praat met alle betrokkenen op de plaats delict, bellen je collega’s van de digitale recherche al omdat ze de in beslag genomen telefoons en routers zo snel mogelijk nodig hebben. Je moet dus rekening houden met meerdere belangen, snel schakelen en goed prioriteiten stellen.

4) Heb je een kritische houding

Als forensisch onderzoeker is het zaak dat je niets meteen voor waarheid aanneemt en rekening houdt met verschillende potentiële scenario’s. Door grondig onderzoek te doen kun je scenario’s uitsluiten of bevestigen. Aannames doe je nooit en tunnelvisie moet je voorkomen. Durf de advocaat van de duivel te zijn.

5) Ben je zorgvuldig

Op een plaats delict mogen geen potentiële bewijsmaterialen verloren gaan. Zorgvuldigheid en precisie zijn daarom geboden. Je kijkt heel goed hoe je je oriënteert, waar je loopt, wat je aanraakt en dat niemand potentiële sporen vernietigt. Je maakt zo snel mogelijk een inschatting van wat daarvoor nodig is. 

‘Als er bijvoorbeeld een stempelspoor van bloed ligt, dan leg je stapplaten neer om te voorkomen dat iemand er doorheen loopt.’
- Hilco, forensisch coördinator

6) Denk je vooruit

Jij kunt op basis van wat je aantreft in een paar seconden 10 stappen vooruit denken en inschatten waar je vervolgens rekening mee moet houden in je forensisch onderzoek. Op een plaats delict wil jij bijvoorbeeld precies kunnen zien wie waar gelopen heeft. Dus bedenk je meteen dat je schoenzoolafdrukken nodig hebt van het ambulancepersoneel dat zo binnenkomt. Maar ook die van de agenten die al binnen waren. En tegelijkertijd bedenk je hoe je aan sporen van de familie van het slachtoffer komt.

7) Kun je verbanden leggen

Welke sporen heb ik en wat toon ik hiermee aan? Wat zou er nog meer gebeurd kunnen zijn? Wie heb ik nodig voor het antwoord op welke vraag? Met forensisch onderzoek ga je op zoek naar verbanden. Daarbij stel je ook consequent de tegenvraag: kan het misschien juist andersom in elkaar steken?

8) Ken je je eigen beperkingen 

Een team floreert wanneer iedereen weet waar hij of zij goed en minder goed in is en daarnaar handelt. Als je een schoenspoor veilig wil stellen, maar je weet dat een collega dat beter kan, dan erken je dat en laat je het door hem doen. Je kunt het tenslotte maar één keer goed doen - daarna is het spoor vernietigd. De deskundigheid van een ander boven je eigen ego; dat komt het forensisch onderzoek ten goede.

9) Ben je weerbaar

Je moet tegen een stootje kunnen, want je kunt flink wat voor je kiezen krijgen als forensisch onderzoeker. Een slachtoffer kan een paar dagen in het water hebben gelegen en jij moet voor de identificatie foto’s maken van herkenbare kenmerken, zoals een tatoeage, een litteken of het gebit. Daar moet je toe in staat zijn.

'Laatst troffen we iemand in een huis aan die al een week niet meer leefde. Het was hoog zomer, dus je kunt je voorstellen dat het geen pretje is wat je dan aantreft.’ 
Roxane, forensisch specialist

10) Ben je leergierig

Bij de politie vinden we het belangrijk dat je blijft leren, jezelf verder wil ontwikkelen. Sterker nog: na je diploma begint het pas! Ook als forensisch onderzoeker is het belangrijk dat je leergierig bent.

Is forensisch onderzoek iets voor jou? Bekijk hieronder de vacatures!