Forensisch rechercheur
Als forensisch onderzoeker werkt Christy-Ann sinds kort binnen twee specialismen in het lab. Bij dacty-vooronderzoek maakt ze zogenaamde ‘dactyloscopische sporen’ zichtbaar. Dat kunnen vingerafdrukken zijn, maar ook afdrukken van handpalmen. En dat geeft soms een behoorlijk interessant beeld!
Stel, er komt een bierflesje binnen. Als iemand er gewoon uit gedronken heeft, verwacht je een handafdruk rondom de fles met de pink aan de onderkant, of duim en wijsvinger om de fles. Staat er een afdruk op z’n kop rondom de hals, met de pink aan de bovenkant, dan is die fles dus anders vastgehouden. En soms kan zo’n afdruk dan gelinkt worden aan begeleidende informatie waarin wordt aangegeven dat er mogelijk iemand met de fles op het hoofd geslagen is.
Forensisch onderzoek naar drugs
Op andere dagen werkt Christy-Ann in het team dat forensisch onderzoek doet naar verdovende middelen. Met verschillende tests wordt onderzocht met welke drugs we te maken hebben. De kleurtest, waarbij de forensisch onderzoeker een druppel ‘reagentia’ laat reageren met het mogelijk verdovende middel, geeft een eerste indicatie: is het MDMA, heroïne, cocaïne of amfetamine. Vervolgens wordt het middel verder onderzocht met analyseapparatuur van het Nederlands Forensisch Instituut. En ook bij dat instituut zelf wordt gedetailleerd onderzoek gedaan. "Binnen een paar uur weten we zo met welke stof we te maken hebben. En of het team verder kan met het opleggen van straf aan drugshandelaars."

Werken in het forensisch laboratorium
Het derde specialisme in het forensisch laboratorium doet DNA-vooronderzoek. Daar zoeken de forensisch onderzoekers naar biologisch materiaal zoals bloed, haar, speeksel of sperma op bijvoorbeeld vuurwapens, kleding, blikjes en gereedschappen. Een monster van dat DNA gaat naar het Nederlands Forensisch Instituut, waar er een DNA-profiel uit gegenereerd wordt. Is er een match met een van de profielen in de DNA-databank, dan kan er een mogelijke verdachte in beeld gebracht worden.
Opleiding forensisch onderzoek
"Dat ik bij de politie wilde, wist ik al toen ik klein was. Dat ik in het forensisch lab terecht zou komen, had ik nooit gedacht. Aan zulke banen denk je niet meteen, maar politiewerk is zoveel meer dan agentenwerk!" Christy-Ann was altijd al gefascineerd door het speurwerk. Zag ze als kind een ongeluk, dan wilde ze precies weten wat er gebeurd zou kunnen zijn, en hoe. Tijdes haar stage op Curaçao, in het derde jaar van haar opleiding Forensisch Onderzoek aan de Hogeschool van Amsterdam, schreef Christy-Ann werkvoorschriften voor het forensisch laboratoriumwerk. En in haar vierde jaar volgde ze al een stage in het forensisch lab. Dit was voor haar een mooie manier om gespecialiseerd te raken.

Drugs testen: eerst een opleiding
Als je begint bij de politie, krijg je meteen de kans om allerlei opleidingen te volgen. Eerst eentje die je de bevoegdheid geeft om bij de politie te werken in de opsporing, de opleiding Politiemedewerker Specifieke Inzet. Daarnaast volgde Christy-Ann vanaf het begin een opleiding bij het Nederlands Forensisch Instituut, om haar bevoegdheid voor het drugsonderzoek te halen.
Je verder ontwikkelen
Na die eerste opleiding volg je een inwerktraject waarin je meeloopt met collega’s. Bepaalde technieken doe je eerst minimaal drie keer onder toezicht van een bevoegde collega, voor je het zelf mag doen. Christy-Ann is inmiddels begonnen aan een dactyloscopie-opleiding, waarna ze zichtbaar gemaakte vingersporen zelfstandig mag beoordelen. "Dat vind ik echt leuk bij de politie: je kunt je echt verder ontwikkelen. Het werk is zo divers, je kunt alle kanten op. Ik ben hier voorlopig nog niet klaar!’
