Vergroot jezelf Kombijdepolitie

Agent Stef over zijn overstap naar de politie

Hij zat al in het derde jaar van zijn hbo-opleiding Integrale Veiligheidskunde, maar agent Stef van Bureau Arnhem besloot tóch over te stappen naar de politieopleiding. ‘Ik wist eigenlijk al lang dat ik agent een prachtig vak vond en dacht: ik ga gewoon reageren, en zie wel hoe ver ik kom! Stef kwam behoorlijk ver: volgend jaar viert hij zijn tienjarig jubileum als brigadier.

Liggen Integrale Veiligheidskunde en de politie dicht bij elkaar?

‘Zeker. Onderdelen als sociale veiligheid en criminologie, daar heb je als agent natuurlijk ook mee te maken. Die studie was dan ook heel interessant, maar ik voelde steeds meer dat ik liever écht in de praktijk met veiligheid aan de slag wilde. Het is best ingrijpend, om dan na drie jaar studeren toch over te stappen. Maar toen ik met de selectieprocedure van start ging, wist ik zeker dat ik de juiste stap had gemaakt.’

Krijg je vrijstellingen als je eerst al zo’n studie als veiligheidskunde hebt gedaan?

Helaas niet! Veiligheidskunde was toch vooral theoretisch, en het vak van agent is veel praktischer. Als veiligheidskundige breng je veiligheid en leefbaarheid op diverse maatschappelijke vlakken in kaart. Dat is natuurlijk ook belangrijk, maar ik ben liever fysiek op straat aanwezig om te zorgen voor een leefbare omgeving voor ons allemaal. Dat betekent logischerwijs dat je op de politieopleiding alles vanaf het begin gaat leren.’

Inmiddels ben je al bijna tien jaar agent, waar ben je begonnen?

‘Het lag in de bedoeling dat ik na mijn opleiding in de regio Twente aan de slag zou gaan. Mooi, omdat ik zelf ook uit Twente kom, maar er bleek een kink in de kabel te zijn en er was toch geen positie beschikbaar. In Rotterdam bleek nog wel ruimte, dus verkaste ik met mijn vriendin naar de grote stad. Dat was wel even een cultuurshock, van het platteland naar de hectiek van Rotterdam. Een groot deel van de tijd werkte ik in het centrum, liefst op de fiets. Dan ben je vaak sneller ter plekke dan met de auto, dus ik heb wel de nodige actie beleefd. Vier jaar geleden raakte mijn vriendin zwanger en vonden we het tijd om weer wat naar het Oosten te verkassen. Zo kwam ik terecht bij Arnhem Noord.’

Was dat een groot verschil met Rotterdam?

‘Wat me vooral opvalt is dat mensen hier in Arnhem minder snel een melding doen. Ik werk vaak in volkswijken en als er daar wat aan de hand is, lossen mensen het liever onderling op. Dan komt er pas een melding binnen als het écht uit de hand loopt. Natuurlijk is de stad ook wat kleiner. Maar sommige dingen zijn ook hetzelfde, zoals bijvoorbeeld overlast van drugs.’

Is er veel overlast door drugs in Arnhem?

‘Drugs en de criminaliteit die eromheen gaande is, zorgen voor veel overlast. Arnhem ligt aan de A12, de haven van Rotterdam is makkelijk aan te rijden en Duitsland is om de hoek, dat maakt deze stad tot een handige hotspot. Met de inzet van een flink team zijn we aan de slag om die problemen aan te pakken. Mijn taak is daarin ‘senior jeugd’. Als je ziet dat dealers van veertien jaar geen uitzondering zijn, is daar wel werk aan de winkel.’

Wat doet een ‘senior jeugd’ precies?

‘Dat is vooral heel snel in actie komen en samen met allerlei instanties, zoals jeugdzorg en het openbaar ministerie, een plan maken om zo’n jonge dealer uit de criminaliteit te krijgen. Zo ga ik bijvoorbeeld met de afdeling opsporing, gespecialiseerd in drugs, mee de straat op om dealers en gebruikers op te pakken. Als er dan jeugd bij betrokken is, ga ik aan de slag.
Omdat we meteen met allerlei instanties een plan maken, creëer je een vangnet om zo’n jongere heen. Ook weten ze hoe ze mij moeten bereiken als er hulp nodig is. Dat werkt goed. Zo hebben we laatst een jongen opgepakt, die mij diezelfde avond al een appje heeft gestuurd, of ik hem niet kon helpen met het vinden van een baantje. Daarmee kan ik hem dan heel praktisch op weg helpen, waarmee je de drijfveer om weer te gaan dealen wegneemt.’

Nemen jongeren vaker uit zichzelf contact op, met jou als agent?

‘Ja, vooral via Instagram. In mijn persoonlijke leven ben ik niet zo van de social media, maar om als agent jongeren te bereiken, werkt het heel goed. Daarnaast plan ik iedere week afspraken in met jongeren die bij mij in beeld zijn en allerlei hulpinstanties, zodat we de lijntjes kort houden. Daarmee voorkom je dat jongeren dieper in de criminaliteit belanden.’

Ben je nog steeds gelukkig met de stap die je tien jaar geleden zette?

‘Werken als agent op straat is de allermooiste baan ter wereld. Op basis van voorkennis, recherchewerk en afwijkend gedrag drugs weer van de straat halen: het is prachtig als dat lukt. En ik vind het mooi dat je echt het verschil kunt maken voor mensen.
Sommige meldingen vergeet je nooit meer. In Rotterdam werden we bijvoorbeeld eens opgeroepen voor een reanimatie. Dat is op zichzelf al ingrijpend, maar onderweg in de auto begrepen we dat het ging om een baby van slechts tien dagen oud. Eenmaal ter plaatse gingen we meteen aan het werk, dan neemt je professionele kant het over. Uiteindelijk kwam dat kleine lijfje weer wat tot leven en werden we afgelost door ambulancepersoneel. De impact die je dan kunt hebben op het leven van dat kleintje en de ouders, dat is heel indrukwekkend. Een jaar later gingen we nog eens terug, naar een heel gezond kindje. Dat neem je je hele leven mee.’