Kom bij de politie Maak er politiewerk van

Agent Maritio over werken bij de politie

Ze waren de stoere gasten van de eenheid, de boevenvangers die zich niet lieten kennen. Ze dachten dat ze dat ook vooral moesten zijn als agent: stoer, sterk, stevig. Tot ze een baby moesten reanimeren, de ouders ontredderd toekijkend. Agent Maritio: ‘Die dag heeft mij voorgoed veranderd.’

Niet ‘zwak’ zijn

‘Eigenlijk is het gek. Dat je, als je begint aan de politieopleiding, denkt: “Ik moet me niet laten kennen. Ik moet laten zien dat ik sterk ben. Als ik me vervelend voel, moet ik dat niet uitspreken. Want dan word ik als ‘zwak’ gezien. En een politieagent is altijd sterk.” Ook ik dacht het.’

Start politieopleiding

‘Als politieagent moet je overal tegenop zijn gewassen. Zo zag ik het. En zo begon ik ook aan mijn politiecarrière. Ik zette mijn gevoel uit. We werkten in de Bijlmer en gingen overal op af. Drugsdealers, verkeersovertreders, geweld, een ongeluk: ik zette de knop om en kwam in actie.’

Politiediploma binnen en gaan

‘We hadden ons diploma net op zak en waren blij. Het voelde net als wanneer je je rijbewijs net hebt gehaald: eindelijk mag ik. Tijdens de opleiding ben je nog beperkt in wat je mag doen, maar nu konden we vrij de noodhulp in, de wijk in. We reden van de ene naar de andere melding, van mensen met verward gedrag tot huiselijk geweld, van drugszaken tot inbraken.’

Aan staan

‘Het mooie van politiewerk is dat het van 0 tot 100 kan gaan in een paar seconden. Alles pakten we aan. Wij waren de ‘stoere jongens’, bleven overal koel onder en gingen door. Dat harde nam ik ook mee in mijn privéleven. Als er iets aan de hand was, stond ik meteen ‘aan’: “Wat moet er gebeuren?” Zelfs toen mijn oma overleed, stond ik meteen te bellen en te regelen terwijl de rest in tranen was.’

Konden we deze baby redden?

‘Tot die ene melding kwam. Een babyreanimatie, de flat was vlakbij. We scheurden erheen, renden naar binnen en gingen meteen aan de slag. De brandweer was er, andere collega’s volgden, de ambulance kwam snel. We hielpen elkaar, wisselden af, haalden alles uit de kast. Het hielp niet. Na twintig minuten tilde de ambulance-arts het baby’tje op en legde het in de armen van de verslagen ouders. “Het spijt me.” Ik keek naar mijn maatje, mijn maatje keek naar mij: kippenvel, van mijn kruin tot mijn tenen. Nog steeds, als ik er nu over praat.’

Als agent heb je ook gevoel

‘Die ouders in dat enorme verdriet en die verbijstering: ik was er kapot van. Stil liepen we terug naar de auto. En voor het eerst sprak ik met mijn collega over zoiets: dat het dwars door mijn uniform heen kwam. Dat het me raakte als mens. En voor het eerst snapte ik dat dat ook iets goeds was. Er zit een mens in dat uniform. Een mens met gevoel. En het is prima om dat te laten zien. Het kan mensen zelfs helpen.’

Soms is die muur nodig

‘Kijk, natuurlijk heb je zo’n muurtje ook nodig in je werk. Bij agressie of beledigingen tijdens een horecadienst kun je natuurlijk prima zeggen: dit hoeft even niet binnen te komen. Na een reeks heftige incidenten achter elkaar, ga je er misschien even wat zakelijker in. Dat helpt ook om oordeelloos te blijven, bij het handhaven van de wet te blijven en het niet persoonlijk te laten worden. Maar er zijn ook dingen die wél door dat uniform heen mogen komen. Ik heb geleerd dat dat je zelfs een completere agent maakt.’

Empathie tonen

‘Als agent zie je mensen in de meest ellendige situaties. Het maakt echt iets uit voor deze mensen, die soms in tranen voor je staan, dat je je kunt inleven. Gevoelsreflectie, laten weten dat je het vervelend voor iemand vindt, dat leer je ook al wel op school. Maar dat kun je vervolgens zéggen, of ménen. Als er ergens is ingebroken, en ik zeg rondbanjerend tegen mijn maatje: ‘Zo, flinke teringzooi hier,’ dan heb ik het niet gemeend. Als ik in plaats daarvan even bij zo’n eigenaar blijf staan, doorvraag, luister – dán kan ik echt iets voor zo’n man betekenen. Omdat hij zich gehoord voelt. Zijn verhaal even kwijt kan.’

Zweverig?

‘Sommige mensen vinden het misschien zweverig. Maar we zijn er niet alleen maar om de lijken op te ruimen, we zijn er ook voor de opvang van de slachtoffers. Ik merk dat ik wat vaker experimenteer met die muur. Laatst was er een bestelbus afgefikt, de eigenaar had een bedrijf in sloten. Hij somde op wat er allemaal in de bus lag, wat er állemaal in rook was opgegaan. Het was zijn halve leven. Hij stond zich groot te houden naast een paar stoere mannen. Vroeger had ik dat niet eens gezien. Tegenwoordig benoem ik die emotie en zeg dat het oké is. Verdriet mag er ook gewoon zijn.’

Avondklokrellen

‘Mijn collega trok er wel een wenkbrauw bij op hoor. Maar ik vind dat de politie zich vaker kwetsbaar mag opstellen. Dat maakt je niet zwak, maar juist sterk. Met de avondklokrellen in februari – ik woon zelf in Eindhoven - liet ik in een post zien wat die ellende met ons agenten deed. Vijfennegentigduizend likes! Ik laat zien dat er een mens in dat uniform zit. Geen apparaat.’

Niet wéér!

‘Een jaar later kwam dezelfde melding binnen. Een babyreanimatie, precies dezelfde flat. Ik had maar een seconde om me dat te realiseren. We renden naar binnen, volledig klaar voor actie. Het bijzondere was: op het moment dat ik het kind vastpakte, begon het te huilen. Het hartje klopte weer! Snel gaf ik de baby terug aan de ouders. Een zucht van verlichting ging door mijn lijf. Ik was een jaar ouder, wijzer, verder. Ik zou weer álles gedaan hebben wat nodig was om dit kind te laten leven. Maar wat wás ik blij dat het dit keer anders liep.’

Ook agent worden? Klik hier voor meer informatie. Maritio is inmiddels docent op de Politieacademie in Eindhoven. Je kunt hem volgen op Instagram via @maritio_politie