We houden een kind net zo lang aan de lijn totdat we weten waar het kind is
Als een kind 112 belt, kan dat per ongeluk of als grap zijn. Maar het kan ook zijn dat het alleen thuis is, de ouders kwijt is, of dat er sprake is van huiselijk geweld. We houden een kind dan zo lang als nodig aan de lijn om de locatie te achterhalen en gaan op het niveau van het kind praten. Als een kind belt met een telefoon zonder simkaart, wat vaker gebeurt dan je denkt, kunnen we niet de locatie zien. We proberen dan voorzichtig informatie los te krijgen over waar het kind is.
Stille telefoontjes nemen we heel serieus
Soms hoor je alleen een zucht, of gehijg. Het geluid van een knipperlicht. Een kreuntje. Dan slaat je onderbuikgevoel aan. Bij een onregelmatig snurkgeluid bijvoorbeeld kun je denken dat iemand slaapt. Maar dat kan ook een laatste ademhaling zijn, waarbij iemand niet meer kan praten, maar wel nog net 112 kan bellen. Zulke telefoontjes nemen we altijd heel serieus.
Er is veel ruimte om dingen te delen
Het verschilt per dienst hoeveel mensen er tegelijkertijd op de centrale zitten. In de ochtenden hebben we meestal 8 centralisten bij 112. Dat worden er 10 in de late dienst, dan zijn er meer meldingen. Er is veel ruimte om dingen te delen. Je maakt heftige verhalen mee, dan is het fijn als je dat kunt bespreken. Of iemand anders even kunt zeggen: je hebt het goed gedaan, het is ok.
Het is zoveel meer dan even de telefoon aannemen
Ik doe dit werk voor de mensen maar ook dieren in nood. Ouders die in paniek bellen omdat hun kind stikt. Een hond die dreigt te verdrinken. Iemand die naar het spoor loopt, het leven niet meer ziet zitten. Soms hoor je alleen maar een snik, ga je praten en blijkt dat iemand verkracht is. Je kunt écht iets betekenen op dat soort momenten. Je kunt hun redder zijn.