Mijn eerste keer... Een slechtnieuwsgesprek
Een slechtnieuwsgesprek, meteen aan het begin van zijn praktijkperiode. Is politiestudent Yusuf er klaar voor?
Een slechtnieuwsgesprek, meteen aan het begin van zijn praktijkperiode. Is politiestudent Yusuf er klaar voor?
Tegen de ochtend kwam de melding binnen waardoor ik deze dienst niet meer zou vergeten. “Graag contact opnemen met de collega’s in Hengelo in verband met een slechtnieuwsgesprek.” Een sterfgeval. De eerste keer. Ik zat nog in mijn praktijkperiode. Was ik hier klaar voor?
Tijdens het “motorkapoverleg” op een parkeerplaats hoorden we wat er gebeurd was. Een fietser was onwel geworden, op een bankje gaan zitten en in elkaar gezakt. Voorbijgangers hadden 112 gebeld en de reanimatie gestart. Ook al was de ambulance snel ter plekke, de man had het niet gered. En nu moest zijn moeder worden ingelicht.
“Yusuf, ben je er klaar voor?” We hadden opgehangen en alle stappen van het slechtnieuwsgesprek nog eens kort besproken. De hartslagmeter op mijn horloge sloeg ineens 20 slagen per minuut hoger aan. In het afgelopen kwartiel hadden we het slechtnieuwsgesprek uitgebreid behandeld. Wat zeg je en wat vraag je, wat doe je wel en wat doe je niet? Ik had het allemaal geoefend, dus ik wist hoe het moest. Maar het echt doen, dat is toch wel even wat anders.
Hoe zal de nabestaande reageren? En hoe blijf je er zelf onder? Ik was me ineens heel bewust van mijn uniform, en realiseerde me dat ook dit bij het werk hoort. Dus ja, ik was er klaar voor, en ik zou het woord nemen.
We parkeerden de auto iets verderop in de straat en liepen het stukje terug naar het huis. De gordijnen waren half open. Ik zag een vrouw op leeftijd in een lekkere stoel televisie kijken. En ik schrok. Wat ik haar zometeen zou gaan vertellen, zou haar leven op z’n kop zetten. Ouders horen de dood van hun kind niet mee te maken, zo is het toch? Ik voelde me een boeman.
Ga je een slechtnieuwsgesprek voeren, dan moet je niet om de hete brij heen draaien. Geen dubbele boodschappen, geen glimlach als je aanbelt. Je geeft zo snel mogelijk aan dat je slecht nieuws hebt en vraagt of je binnen mag komen. De vrouw was zichtbaar aangedaan. Ik wilde niet dat ze zou vallen en vroeg haar op de bank te gaan zitten. Ik deed hetzelfde, keek haar aan en zei: “Mevrouw, uw oudste zoon is vanmiddag overleden.”
Het duurde even voor het binnenkwam. Daarna kwamen de tranen. Je moet dat tijd geven, je kunt het niet verzachten. Toen ze wat rustiger werd, vertelde ik haar het hele verhaal.
Ik wilde haar niet alleen laten na zo’n boodschap. Maar je kunt ook niet eindeloos blijven. Dat klinkt misschien cru, maar zo werkt het. Ook voor de nabestaande. Uiteindelijk zijn we gebleven tot haar jongste zoon er bijna was.
Eenmaal terug bij de auto, wilde ik niet meteen terug naar het bureau. Eerst even nabespreken. Want hoe ging het? Had mijn collega feedback? Ik voelde opluchting toen hij zei: “Er is maar één manier om een slechtnieuwsgesprek te doen en dat is zoals je het deed.” De juiste ooghoogte, empathie, rust... Hoe heftig het ook was, het is fijn dat ik het vertrouwen kreeg van mijn collega en nu hoor dat ik het goed heb gedaan.
Thuis op de bank belde ik mijn vriendin: “Ik moet met je praten.” Praten helpt om te verwerken wat je meemaakt. Binnen 24 uur belde een collega van het Team Collegiale Ondersteuning. Hoe het met me ging en hoe ik me voelde. Het politieteam voelt dan echt als een grote familie.’