Als kleine jongen kwam je als vluchteling uit Irak naar Nederland. Heb je iets aan die ervaring in het werk als Haagse politieagent?
‘Jazeker. Ik ben in 2008 begonnen als agent in Den Haag en werk sinds 2012 aan bureau Jan Hendrikstraat in het centrum van Den Haag, waar flink wat nationaliteiten door elkaar wonen. Veel daarvan spreken Arabisch, een taal die ik ook vloeiend spreek. Dat is zeker een voordeel in veel gevallen, want als mensen met je kunnen communiceren in hun moedertaal, kan dat veel onbegrip voorkomen.
Een mooi voorbeeld: een tijdje geleden werd ik gevraagd om te komen assisteren bij een melding, waarbij een vrouw in grote paniek was. Er was iets met haar kind, maar omdat ze geen Nederlands sprak, konden de agenten ter plaatse geen contact met haar krijgen. Pas toen ik erbij kwam, lukte het om haar te kalmeren en konden we eindelijk begrijpen wat er aan de hand was. Ik vind het fijn om met die kennis soms het verschil te kunnen maken. Dat geldt overigens niet alleen voor het inzetten van mijn Arabisch. Goed communiceren helpt sowieso onbegrip, geweld en escalatie voorkomen.’