Weer iemand op weg geholpen. Ontsporing voorkomen. Met dat goede gevoel gaan veel agenten dagelijks naar huis. Omdat je als agent een helpende hand biedt aan wie vastzit in het leven. Aan wie pech heeft, de weg niet weet. Of aan mensen die er niet uit komen met elkaar.
Agent Mehran haalde in zijn tienjarige loopbaan al veel voldoening uit zijn werk. ‘Omdat ik uit Iran kom en de taal spreek, ben ik aanspreekpunt geweest voor veel vluchtelingen. Alleenstaande, minderjarige jongens. Samen met mijn collega’s geef ik die jongeren uitleg over de Nederlandse maatschappij. En probeer ik vertrouwen te kweken tussen hen en de politie. Ik nam ze eens mee naar onze trainingslocatie, voor een obstakeltraining. Een van de trainers was een man met één been die voor niemand onderdeed. Een mooie boodschap voor mij en voor die jongens: kijk altijd naar je mogelijkheden.’
Hangjeugd, woninginbraken, autokrakers. Maar ook heel wat gewelds- en vuurwapenincidenten heeft Mehran meegemaakt. ‘In mijn eerste anderhalve week in Rotterdam moest ik al vijf keer mijn wapen trekken. Het geeft vertrouwen als je merkt hoe goed je dat getraind hebt. Met getrokken wapens een auto en inzittende benaderen, verdacht van vuurwapenbezit: ik kon volledig terugvallen op mijn trainingsmomenten. Waardoor ik automatisch deed wat ik moest doen. En goed de rust kon bewaren.’
"In de opleiding is een stevige basis gelegd, waarnaar ik elk moment kan teruggrijpen"
Agent Mehran
‘Mijn ouders zagen het niet helemaal voor zich, deze loopbaan als agent. Het is soms gevaarlijk werk. Dus ik snap het deels wel. Tegelijkertijd vind ik het supervet dat ik vooraan kan staan. En mensen kan helpen op momenten waarop het ertoe doet. Als een vrouw mij speciaal opbelt om me te bedanken voor het redden van het leven van haar man. Als iemand wiens man voor onze neus overlijdt, mij bedankt dat ik haar heb gesteund tijdens de laatste bange uren. Als agent kun je het verschil maken.’
"Ben jij relaxed, dan reageert een ander ook veel rustiger"
Agent Mehran
Je leert van elkaar, want iedereen is anders. Zelf groei je daardoor ook, vertelt Mehran. ‘In het begin liep ik wel tegen weerstand tegen het uniform aan. Kreeg ik opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Maar nu ik meer ervaring heb, zie ik weinig verzet meer. Ik heb geleerd hoezeer dat ook aan je eigen opstelling ligt. Ben jij relaxed, dan wordt een ander dat ook. Jezelf blijven is bovendien een heel belangrijke eigenschap. Ook als je dat uniform aantrekt. Een open minded persoon zijn. We willen tenslotte met z’n allen door één deur kunnen. De politie is er voor iedereen.’
Ben jij ook iemand die het verschil wil maken? Die kan switchen tussen luisteren en toespreken, observeren en ingrijpen, rennen en stilstaan? Heb jij het talent om dicht bij mensen te staan, en tegelijk met gezag op te treden? Lees dan meer over wat het inhoudt om agent te zijn, zet je talenten in en maak er politiewerk van!