Vrienden voor het leven
Het politiewerk combineren met privé kan soms best een uitdaging zijn. “Mensen buiten de organisatie begrijpen het niet altijd. Als agent maak je dingen in één jaar mee, die anderen in een heel leven misschien niet eens meemaken. Je staat midden in de maatschappij en bent continue met dilemma’s bezig.” Dat brengt wel met zich mee dat je collega’s ook gauw méér dan collega’s worden. “Sander is bijvoorbeeld echt een vriend voor het leven geworden. We lachen nog keihard om onze eerste ontmoeting. Sander vond mij maar een schreeuwer.” Na een aantal nachtdiensten kwam de klik en de gemeenschappelijke grond. “Tijdens die diensten zit je uren naast elkaar in de auto en maak je de gekste dingen mee. Je leert elkaar dan echt goed kennen.” Die diepe band met je collega’s vindt Jos een groot pluspunt van het werk. “Je kunt echt op elkaar bouwen. Ik weet: als ik achterom kijk, dan staat mijn collega daar.”
“We lachen nog keihard om onze eerste ontmoeting.”
Als politiecollega’s maak je soms samen ook afschuwelijke dingen mee. “Het moment dat mijn collega Nikky letterlijk colleteral damage was bij een incident, bijvoorbeeld. Ik zie Nikky nog steeds in de koplampen van de auto die op haar afscheurt. Gelukkig is alles goed gekomen, maar dan voel je pas echt: nee – dit is mijn collega, mijn maatje.” Jos geeft aan dat je ook op zulke moment terugvalt op wat je op de Politieacademie leert. “Het enige wat je kunt doen is zo goed mogelijk handelen.”